- Kantoor Flipse - https://www.kantoorflipse.nl -

Een jurist met ‘vuile handen’ (4)

Deze column verscheen ook in het
magazine Leven in Frankrijk, 2021/2

In deel III nam ik u mee in onze avonturen met de land­meter en de tuinman. Dankzij de nieuwe tekeningen liggen de perceel­grenzen nu netjes vast. Dan kunnen we ieders eigendom dus eindelijk vlot vastleggen? Was het maar waar!

Geen feilloze veiling

De nalatenschap van de eveneens overleden mede-eigenaar ‘B’ is nog niet afgewik­keld, maar dat zou geen probleem moeten zijn. Des te complexer, bijna onontwarbaar, is de situatie rond het aandeel van de ex-echtgenoten ‘C’. Zij waren op huwelijkse voorwaarden gehuwd en kochten de extra grond samen, ieder voor de helft. Later ging echter alleen meneer failliet, wat er niettemin toe leidde dat de naastgelegen echtelijke villa geveild werd. Was het hele dossier de curator en de veilingnotaris bekend geweest, had ook het onverdeelde aandeel in de extra grond mooi kunnen worden mee verkocht. Maar dat gebeurde natuurlijk net niet. Een kardinale fout of begrijpelijk? Gelet op de onoverzichtelijke situatie van ‘onze’ grond en het feit dat curatoren sowieso vaak al een administratieve puinhoop aantreffen, neig ik naar het tweede.

Eiland zonder uitzicht

Maar hoe dan nu verder? Kan meneer C – nu de grond in feite buiten het faillissement bleef – weer samen met zijn ex over de grond beschikken en meewerken aan de beoogde verdeling? En wat dan, want inmiddels vormt ‘stukje C’ een enclave tussen hun voormalige villa en de grenzen van B en A. Ter ontsluiting van het perceeltje dat nu ook geen zeezicht meer biedt, zou een recht van overpad moeten worden gevestigd ten laste van A dan wel B en tja, dat komt hun waarden natuurlijk niet ten goede. Onderzoek naar de (on)mogelijkheden vergt specialistische en plaatselijke kennis. Die is niet goedkoop en het laat zich raden in hoeverre de C’s daarop zitten te wachten. Zolang mijn cliënten die kosten dan maar weer op zich nemen, komen we wellicht weer verder. Maar daar doemt complicatie nummer zoveel op.

Weduwe plukt de zure vruchten

Mijn cliënten erfden namelijk slechts de bloot-eigendom van de grond. Het vruchtgebruik berust bij de hoogbejaarde ‘zoveelste’ echtgenote van de overleden meneer A. Voor de formele afwikkeling zou dit weinig verschil moeten maken maar als u beseft dat men als vruchtgebruiker in beginsel de eigendoms- en onderhoudslasten draagt maar ook opdraait voor dit soort bijzondere beheerskosten, wordt het lastiger. En helemaal als u de verhoudingen tussen de (klein)kinderen en de stief(grootmoeder) zou kennen: haalt u zich Assepoester en haar stiefmoeder even voor de geest.

Komen we hier ooit nog uit? Lees verder in deel vijf [1]

Deze column verscheen ook in het
magazine Leven in Frankrijk [2], 2021/2